Dijken en dijkgraven

Omstreeks 1200 kreeg de Maas dijken. Binnen het bedijkte gebied moest ook water worden afgevoerd. Daarvoor werden brede en smalle sloten gegraven. De breedste en langste sloten noemen we ‘weteringen’. Al in 1309 stroomde de Hertogswetering via een sluis bij Gewande uit in de Maas. Ook bij Haren en tussen Oss en Oijen kwamen sluizen. Om deze voorzieningen te kunnen onderhouden ontstonden er waterschappen. 

Vooral de boeren met grond in de polder hadden belang bij een waterschap. Zij kozen de ‘dijkstoel’, een bestuur van zeven heemraden. Dit zevental vergaderde onder voorzitterschap van een dijkgraaf. Eigenlijk was dat de heer van het gebied maar in de praktijk was de schout of drost meestal dijkgraaf. 

De ingelanden moesten de dijken, weteringen en sluizen in goede staat houden. Wie zijn deel van het onderhoudswerk niet goed had gedaan, moest het overdoen. Was het daarna nog niet in orde, dan werd het werk uitbesteed, op kosten van de nalatige.
 

Het QR-code project van Landschapsbeheer Oss

Verspreid door de gemeente Oss tref je op zo'n 100 knooppuntpaaltjes een QR-code. Door deze te scannen krijg je aanvullende informatie over de bijzondere plek waar je je dan bevindt. Het QR-code project is mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van de Brabantse Milieufederatie, Gemeente Oss, Landschapsbeheer Oss en ook door medewerking van Stichting Maasmeanders, het Brabants Historisch Informatiecentrum en Bibliotheek Oss.