Wandelroute Megen - Ravenstein: Stromen uit het verleden

3 uur 10 minuten (12,0 km)

Het Maasland, de naam suggereert het al, wordt sterk beïnvloed door de Maas. Tegenwoordig ligt de rivier netjes tussen dijken, maar vroeger was de invloed veel groter, met kronkelende rivierarmen, en met speciale voorzieningen om overstromingen op te vangen. Eeuwenlang is hier aan het water geknutseld: Nederlandser kan niet, zou je zeggen. En toch was het gebied juist ook letterlijk on-Nederlands: de nazaten van middeleeuwse heren die hier ooit de baas waren, de graaf van Megen en de heer van Ravenstein, slaagden er bij de vrede van Münster (1648) in om buiten de Republiek der Verenigde Nederlanden te blijven. Zodoende bleef het hier ‘buitenland’ totdat, na de Franse tijd, ook deze gebieden tenslotte in het kersverse Koninkrijk werden opgenomen. 

Door deze wandeling maak je kennis met de waterstaatkundige, de wereldse en de kerkelijke geschiedenis van dit gebied. 

---

Dez…

Het Maasland, de naam suggereert het al, wordt sterk beïnvloed door de Maas. Tegenwoordig ligt de rivier netjes tussen dijken, maar vroeger was de invloed veel groter, met kronkelende rivierarmen, en met speciale voorzieningen om overstromingen op te vangen. Eeuwenlang is hier aan het water geknutseld: Nederlandser kan niet, zou je zeggen. En toch was het gebied juist ook letterlijk on-Nederlands: de nazaten van middeleeuwse heren die hier ooit de baas waren, de graaf van Megen en de heer van Ravenstein, slaagden er bij de vrede van Münster (1648) in om buiten de Republiek der Verenigde Nederlanden te blijven. Zodoende bleef het hier ‘buitenland’ totdat, na de Franse tijd, ook deze gebieden tenslotte in het kersverse Koninkrijk werden opgenomen. 

Door deze wandeling maak je kennis met de waterstaatkundige, de wereldse en de kerkelijke geschiedenis van dit gebied. 

---

Deze knooppuntenwandeling van 12 km loopt van Megen naar station Ravenstein. Megen heeft een busverbinding met station Oss (niet op zondag); voor de dienstregeling, zie www.9292.nl. Voor de trein terug, zie www.ns.nl.

Onderweg passeer je een aantal (onverharde) trajecten waar vee kan grazen; bewaar de nodige afstand tot de dieren en houd de hond aan de lijn!

Dit ga je zien

Startpunt: Bushalte
Willem Kippstraat
5366 Megen
1

Graaf de Brimeu

Graaf de Brimeu
Graaf de Brimeuplein
Megen
Graaf de Brimeu
2

Acropolis - Terras en meer

Broeder Everardusplein 1
5366 BE Megen
Acropolis - Terras en meer
3

Kloosterkerk & kapel van het Heilig Bruurke

Kloosterstraat 6
5366 BH Megen
Kloosterkerk & kapel van het Heilig Bruurke
4

Het Hof van Lof

Hof van Lof
Kloosterstraat 6
5366 BH Megen
Het Hof van Lof
5

Sint-Lambertuskerk (Haren)

Sint-Lambertuskerk
Kerkplein 7
5368 AM Haren
Sint-Lambertuskerk (Haren)
6

Dennenburg

Dennenburg
Dennenburg
7

Sint-Rochuskapel

Rondestraat 26
5352 LJ Deursen-Dennenburg
Sint-Rochuskapel
8

Klooster Soeterbeeck

Klooster Soeterbeeck
Elleboogstraat 2
5371 LL Deursen-Dennenburg
Klooster Soeterbeeck
Eindpunt: Stationssingel 122
5371 BB Ravenstein

Beschrijving

Startpunt: Bushalte
Willem Kippstraat
5366 Megen

Startpunt: bushalte Megen (W. Kippstraat)

Loop vanaf de bushalte met het Brimeu-pleintje aan je rechterhand, en sla even verderop rechtsaf, Torenstraat

Op het naar hem genoemde plein staat Karel de Brimeu (1524-1572, graaf van Megen vanaf 1547). Het graafschap Megen wordt voor het eerst vermeld in 1145, en slaagde erin zelfstandig te worden (en te blijven!) tussen Brabant en Gelderland. Zoals eerder gezegd bleef het ook na de Tachtigjarige Oorlog onafhankelijk – terwijl de katholieken in Staats-Brabant (toen ‘bezet’ door de Republiek) werden achtergesteld konden ze in Megen hun godsdienst vrijelijk beoefenen. Zodoende vonden kloosterorden hier een toevluchtsoord, en hun sporen zijn nog zichtbaar!

Neem (knooppunt 49) de eerste weg links, Kloosterstraat

Aan het pleintje links de voormalige Latijnse School, gesticht in 1645. Het huidige gebouw dateert uit 1884. De school (inmiddels gymnasium) werd in 1977 gesloten. Nu zit hier naast gemeenschapshuis Acropolis ook het toeristisch informatiecentrum. Ertegenover de kapel gewijd aan het ‘Heilig Bruurke‘ (Everardus Witte, 1868-1950) en daarnaast het Franciscaner Klooster ‘St. Antonius van Padua’, gesticht rond 1650, waar broeder Everardus jarenlang portier was. De kloostertuin kan worden bezocht (www.hofvanlof.nl)

Aan het eind van de Kloosterstraat kom je met een bocht naar rechts uit op de Maasdijk. Neem hier (knooppunt 53) het pad dat omlaag loopt naar de drukke verkeersweg en steek voorzichtig over. Sla de straat aan de overzijde in, Rulstraat.

Tot halverwege de vorige eeuw had je hier op Gelders gebied gewandeld. Ooit maakte de rivier hier een grote lus; in de 17e eeuw is deze op het smalste punt spontaan doorgebroken, maar het land ertussen, de Maasakkers, bleef bij Gelre horen. In de 18e eeuw zou dit dus het enige deel van je wandeling zijn dat binnen Nederland viel! Door de Maaskanalisaties van de jaren dertig, waarbij een half dozijn lussen werden rechtgetrokken, ontstonden nog veel meer van dit soort ‘exclaves’; pas per 1 januari 1958 werd een hele serie grenscorrecties doorgevoerd waardoor de provinciegrens weer midden door de rivier kwam te lopen. De Maasakkers gingen toen van de Gelderse gemeente Appeltern over naar de gemeente Megen.

Van de vroegere rivierarm is aan de uiterste punt nog een deel zichtbaar. Er bestaan plannen om grotere delen ervan weer uit te graven en om dit hele gebied om te vormen tot natuur.

Aan het eind (knooppunt 31) linksaf, Maasakkerstraat, en vrijwel direct (knooppunt 30) weer rechtsaf, door een hekje naar het struinpad. Dit pad volgt min of meer de oude rivierloop. Na een betonnen bruggetje en weer een hekje loop je omhoog naar de dijk (knooppunt 37); volg deze Ravenstijnsedijk naar rechts.   

Al in de middeleeuwen lag hier links de Diedensche Sluis, waarmee overtollig water uit de Maaspolders op de rivier werd geloosd. In 1881-’82 werd een stoomgemaal bij deze sluis gebouwd. Jammer genoeg heeft dat nooit goed gefunctioneerd vanwege de slordigheid van de machinist, die vaak dronken was. In 1899 is het gemaal gesloopt, maar de afbetaling van de bouwkosten zou nog 50 jaar duren.

Neem voorbij de ruime bocht (bij knooppunt 65) het trapje links de dijk af. Volg het pad door het bos; via een bruggetje kom je weer op de weg. Sla hier rechtsaf en ga (knooppunt 71) vrijwel direct weer linksaf, een pad tussen de velden door. Waar je (over een smal bruggetje) weer bij de weg komt ga je rechtsaf over het fietspad. Steek vervolgens bij de rotonde tweemaal over, zodat je diagonaal aan de overkant uitkomt (knooppunt 62). Houd nu de drukke verkeersweg aan je rechterhand en volg de oorspronkelijke richting over de parallelweg, Grotestraat. Deze buigt naar links af en komt uit op een driesprong; houd hier rechts aan (nog steeds Grotestraat), en neem dan (knooppunt 20) de eerste weg links, Kerkplein.  

Aan het Kerkplein zie je de driebeukige neogotische St. Lambertuskerk en de voormalige pastorie (met aan de achterzijde een aangebouwd koetshuis), beide van de architect H.J. van Tulder (1868). Aan de linkerkant een kalkstenen H. Hartbeeld uit 1929. Even voorbij de kerk de toegang naar het voormalige klooster Bethlehem. Dit werd in het begin van de 16e eeuw gesticht door de zusters Franciscanessen Penitenten. De kapel dateert uit 1520, de oudste kloostervleugel uit de 17e eeuw. Het is nu een conferentie- en evenementencentrum.

Loop rechts langs de kerk en houd op de driesprong links aan (Groenstraat). Voorbij de bocht (knooppunt 21) eerste weg rechts, Garststraat. Loop door tot het eind; via een hekje kom je op een dijk (knooppunt 22), sla hier linksaf.

Tot een eeuw geleden was de Maas een sterk slingerende, grillige rivier. In de zomer vielen soms delen droog; ’s winters kon het water niet altijd snel genoeg worden afgevoerd. Om dijkdoorbraken te voorkomen werd een systeem van ‘overlaten’ gehanteerd: daar kon het water over de dijk stromen en zich (min of meer gecontroleerd) binnendijks verspreiden. De bekendste hiervan was de Beerse Overlaat: even voorbij Cuijk was een verlaagd dijk gedeelte; hier stroomde het water naar binnen en liep dan langs Grave, vervolgens tussen Herpen en Ravenstein door, boven langs Oss en vervolgens verder naar het westen. Bij ’s-Hertogenbosch werd het water dan weer geloosd op de rivier; er stond dan meer dan 200 km2 blank.  Dit systeem veroorzaakte de nodige overlast (en voorkwam niet eens alle dijkdoorbraken), maar het liet ook een laagje vruchtbaar slib achter. De mensen vestigden zich op de hogere zandgronden aan de zuidkant en op de aanwezige stroomruggen; het lage gebied werd zoveel mogelijk van obstakels vrijgehouden. Pas na de Maaskanalisatie was de waterafvoer zoveel verbeterd dat de Beerse Overlaat kon worden gesloten (in 1942).

De Beerse Overlaat kende dijken en kades in de lengterichting, om het water zijdelings te begrenzen. Maar er waren ook dwarsdijken: bij een beperkte overstroming kon de overlast dan tot één compartiment worden beperkt. De Groene Dijk is zo’n dwarsdijk; het water werd dan geloosd door de Diedensche Sluis. Aan de stroomafwaartse kant van de dijk (Haren, in dit geval) was men natuurlijk blij als men voor de overstroming gespaard bleef, maar aan de andere kant (Deursen dus) wilde men het water juist liever zo snel mogelijk kwijt. Er werden dan ook wel pogingen ondernomen om de dijk door te steken, waardoor complete gevechten ontstonden. Tot in de 20e eeuw moest zelfs de Marechaussee van tijd tot tijd bij de dijk posten om de partijen uit elkaar te houden.

De Groene Dijk komt uit bij een verkeersweg en gaat aan de andere kant verder. 

Vanouds vormde de Groene Dijk de grens tussen het graafschap Megen en het Land van Ravenstein. Tot 2003 was het nog de grens tussen de gemeenten Oss en Ravenstein. Waar je de weg kruist staan twee beeldengroepen (‘De Eenwording’, atelier Van Lieshout 2003): de os en de raaf staan uiteraard voor de twee gemeenten; het (vechtende?) paar aan de andere kant herinnert aan de twisten over de waterafvoer…

In 1360 stichtte Walraven van Valkenburg een kasteel aan de Maas. Daaromheen groeide het stadje Ravenstein, dat de hoofdplaats werd van het Land van Ravenstein; dit strekte zich naar het zuiden uit tot Uden en Boekel. In 1397 kwam deze heerlijkheid aan de graven van Kleef, en na 1630 aan de Duitse vorsten van Pfalz-Neuburg. Net als in Megen gold in dit onafhankelijke staatje na 1648 godsdienstvrijheid voor katholieken, zodat ook hier een klooster uit die te vinden is. 

Uiteindelijk kom je, bij knooppunt 63, weer op de straat; sla hier rechtsaf (Elzenbosstraat). Ga na de bocht op de kruising (knooppunt 39) rechtsaf, Galgenstraat

Voorbij knooppunt 64 staat links in de berm een oude stenen grenspaal. Rechts, in de kern van het oude dorpje Dennenburg, zie je de vroegere RK dorpskerk, gewijd aan de aartsengel Michaël. Het vroeg-romaanse schip van de kerk dateert uit de 11e eeuw. Duidelijk is te zien dat het kerkje (thans in privébezit) en omgeving iets hoger staan dan het omringende land; dit was voldoende om (meestal) droge voeten te houden.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             

Aan het eind (knooppunt 66) rechts, Osstraat. Op het kruispunt (knooppunt 93) linksaf, Hoogstraat. Tweede weg rechts, Rondestraat (knooppunt 35). Aan het eind links en direct schuin rechts, Rondestraat.

Op de hoek is een pleintje met twee kapelletjes, beide gewijd aan ‘pestheiligen’ (niet zo genoemd omdat mensen een hekel aan ze hadden, maar omdat ze werden aangeroepen om tegen de gevreesde ziekte te beschermen). Het kleine kapelletje, gewijd aan St. Antonius, dateert van na de pestepidemie van 1635/6; de grotere kapel uit 1745 is genoemd naar St. Rochus. 

Sla aan het eind linksaf over de ventweg (Laagstraat). 

De Vincentiuskerk dateert uit 1874, de even verderop gelegen voormalige pastorie uit 1920. Het laatste is een opvallend gebouw, waarbij de bovenste meter van de muren onder de dakgoot bepleisterd is. Ook de voordeur (met metalen sierkruis) heeft een gepleisterde omlijsting.

Ga bij de kruising rechtsaf en steek voorzichtig de drukke weg over (Kuiperstraat). Aan het eind (knooppunt 39) linksaf, De Rijt. Sla in de bocht (knooppunt 41) rechtsaf, Stationspad. Over dit dijkje (ooit aangelegd als secundaire dam tegen de overstromingen van de Beerse Overlaat) bereik je station Ravenstein. 

Links in de verte is hier het voormalig klooster Soeterbeeck zichtbaar. Het werd in 1733 gebouwd door de zusters Augustinessen, nadat deze gedwongen waren hun klooster in Nuenen te verlaten. In de loop der eeuwen is er het nodige aangebouwd, waaronder de neogotische kapel in 1906. In 1977 verlieten de Augustinessen het klooster en werd het, met de antieke inboedel, overgedragen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het is nu een studie- en conferentiecentrum. 

Horeca onderweg

Tussen het centrum van Megen (diverse gelegenheden) en station Ravenstein (kiosk) zul je weinig tegenkomen. Neem dus eventueel zelf iets te eten en/of drinken mee.

Eindpunt: Stationssingel 122
5371 BB Ravenstein