Fietsroute 'de Maas als vriend en vijand' West, vanaf Lith

2 uur (47,0 km)

Dit deel van de fietsroute 'De Maas als vriend en vijand' neemt je mee door het gebied ten noordwesten van Oss. Uitgaande van Lith, het ‘dorp aan de rivier’, maak je een rondje van 39 kilometer; daarbij komt een uitstapje naar het gemaal bij Gewande van in totaal 8 kilometer.

De route voert vrijwel geheel via de bekende fietsknooppunten. Teneinde onhandige omwegen te voorkomen, of om een bepaald object in de route op te kunnen nemen, moest hiervan op een paar punten worden afgeweken; dit is in de beschrijvende tekst en op de routekaart aangegeven. 

Download: knooppuntenkaart Fietsroute 'De Maas als vriend en vijand' - West

Download: brochure themaroute Maas als vriend en vijand

Dit ga je zien

Startpunt: Antoon Coolenplein
5397 EX Lith
1

R.K. Parochie Heilige Lambertus

Antoon Coolenplein 3
5397 EX Lith
R.K. Parochie Heilige Lambertus
2

Het Soldatenwiel

Kesselsegraaf
Lith
Het Soldatenwiel
3

De Pastorije Maren-Kessel

Kerkpad 3
5398 CC Maren-Kessel
De Pastorije Maren-Kessel
4

Dijkhuis Camelot

Marensedijk 22 a
5398 KM Maren-Kessel
Dijkhuis Camelot
5

De Meerdijk

De Meerdijk
Oss
De Meerdijk
6

Het Kasteel van Oijen

Oijense Bovendijk 34
5394 LB Oijen
Het Kasteel van Oijen
7

Natuurgebied Hemelrijkse Waard

Oijense Benedendijk
5394 LT Oijen
Natuurgebied Hemelrijkse Waard
8

Het Oude Raadhuis Lithoijen

Prelaat van den Bergplein 2
5396 PH Lithoijen
Het Oude Raadhuis Lithoijen
9

De Máximasluizen bij Lithoijen

Lithoijensedijk 4 a
5396 NE Lithoijen
De Máximasluizen bij Lithoijen
Eindpunt: Antoon Coolenplein
5397 EX Lith

Beschrijving

Startpunt: Antoon Coolenplein
5397 EX Lith

Start beschrijving: Antoon Coolenplein, 5397 EX Lith (parkeergelegenheid). 

Aan het Antoon Coolenplein vind je de St. Lambertuskerk met daarvoor een H. Hartbeeld. Rijd vanaf dit beeld langs de lange zijde van de kerk (Pastoor van Hapertstraat). Houd op de splitsing rechts aan; je komt met een steile aanloop direct daarna uit op knooppuntroute over de Lithsedijk; de route gaat hier linksaf. Ga echter eerst even een klein stukje rechtsaf, naar de Dijkstoel.

Het kunstwerk “Dijkstoel” van de Lithse kunstenaar Ans Jager is geplaatst door Waterschap De Maaskant ter gelegenheid van de voltooiing van de dijkverzwaring in Lith in de jaren ’90. “Dijkstoel” is een oude benaming voor het dagelijks bestuur van een waterschap, bestaande uit een dijkgraaf en zeven heemraden.

Terug op de route zie je, even voorbij het laatste huis aan de rechterkant, links een huis (Lithsedijk 50) met markante gevel; dit rijksmonument werd ooit bewoond door dokter Wiegersma.

Mede dankzij het boek “Dorp aan de rivier” van Antoon Coolen werd de Fries Jacob Wiegersma postuum een bekende Nederlander. Van 1889 tot 1929 was hij gemeentearts in Lith en in het Gelderse Maas en Waal. Wiegersma woonde in het monumentale pand aan de Lithse Dijk dat nu Wiegersmahuis wordt genoemd. We zien in deze omgeving ook enkele smalle verharde paden de dijk oplopen. Ze vormen onderdeel van het padenstelsel, dat de Lithenaren in staat stelde om bij dreigende watersnood snel de dijk te bereiken.

Even voorbij het huis van Wiegersma ligt links een nieuwe woonwijk; hier lag vroeger het Kapelse Wiel, gedempt in de jaren dertig. Op 5 maart 1855 bezweek de Maasdijk bij Lith ter hoogte van het Vrouwenstraatje onder een stortvloed van water en ijsschotsen. Dertig huizen werden van hun fundamenten gerukt en zeven Lithenaren kwamen om. Op die plek ontstond de Kapelse Wiel. Het verhaal van de reusachtige Lithse snoek Moira (uit Anton Coolens roman ‘Dorp aan de Rivier’) speelt zich in en rondom deze wiel af. Niemand kon hem vangen, en toen men begon de wiel te dempen, sprong Moira op uit het water, hoog genoeg om met een enorme plons in de Maas te belanden. Daarna is hij nooit meer gezien.

Blijf de dijk volgen; de weg, inmiddels fietspad, passeert de ingang van recreatiepark en jachthaven ‘de Lithse Ham’. Aan de linkerkant passeer je het Soldatenwiel. Dit wiel is in 1795 ontstaan bij een dijkdoorbraak; er zou indertijd een Franse soldaat in zijn verdronken.

Blijf de dijk volgen; het fietspad wordt weer gewone weg, Kesselsedijk. Aan je rechterhand ligt buitendijks de Kesselse Waard. Deze ligt vlakbij de plaats waar rond 55 vóór Christus de Maas en de Rijn (of Waal!) samenvloeiden. Volgens archeoloog Nico Roymans bracht een Romeins leger onder leiding van Julius Caesar daar tienduizenden Tencteren en Usipeten om. Beide stammen hadden Caesar om asiel gevraagd, nadat ze door de Sueben uit hun woongebied ten oosten van de Rijn waren verjaagd. Nabij Kessel zijn ook de restanten gevonden van een grote Gallo-Romeinse tempel uit circa 100 na Christus, op een vroegere Keltische cultusplaats. In de vierde eeuw na Christus, toen het Romeinse Rijk op instorten stond, zijn resten van de tempel gebruikt om militaire versterkingen te bouwen.

Bij wegwijzer NW 139 linksaf, richting Empel (Achterstraat); je verlaat even de knooppuntroute. De Achterstraat maakt een bocht naar rechts; sla op de T-splitsing rechtsaf, Velmerweg. Aan je rechterhand een Mariakapel; direct daarna heb je rechts zicht op de oude pastorie van Kessel.

De Kesselse pastorie is een van de weinige overgebleven panden van het oude dorp Kessel. Ernaast stond tot 1945 de kerk, die, samen met het grootste deel van het dorp, is verwoest in de winter 1944-1945, toen de Maas front was tussen de geallieerde bevrijders in Brabant en de Duitsers aan de Gelderse kant. Al wat boven de dijk uitstak, werd in puin geschoten. Hendrik Roes bewoonde de Kesselse pastorie als pastoor van 1909 tot 1919. Hij verdiepte zich toen in de bemestingsproblematiek en maakte zich daardoor verdienstelijk voor de boerenstand.

Voorbij de pastorie links aanhouden (Kerkpad); een korte maar venijnige helling brengt je terug op de dijk en op de knooppuntroute.  De dijk kronkelt rond een plas, het Buitenkil. Het Buitenkil is geen wiel, zoals het Soldatenwiel dat je eerder zag, maar een deel van een oude Maasbedding. 

Vlak voor het bereiken van knooppunt 01 zie je rechts een elegant wit pand met torentje: het voormalig gemeentehuis.

Pal aan de Maasdijk in Oud-Maren staat het gemeentehuisje van de voormalige gemeente Alem, Maren en Kessel. Deze gemeente hield in 1958 op te bestaan. Als gevolg van de Maaswerken was Alem aan de Gelderse kant komen te liggen, maar dit Brabantse dorp liet zich slechts na felle protesten indelen bij de Gelderse gemeente Kerkdriel, later Maasdriel. De overige kernen van de opgeheven gemeente – het nieuwe dorp Maren-Kessel, het eveneens nieuwe ‘t Wild en de restanten van Maren en Kessel – kwamen bij Lith.

Bij knooppunt 01 komt de dijk uit op de verkeersweg. Vanaf de heuvel aan je rechterhand heb je een mooi uitzicht op de Maas en op het Kanaal van St. Andries, de verbinding tussen de Maas en de Waal. Van hieraf kun je goed zien hoe de bakenbomen langs de rivier staan; na de kanalisatie werden deze met regelmatige tussenruimte op beide oevers geplant; zo konden schippers, ook vóór de tijd van de elektronische navigatie, zien waar de vaargeul lag wanneer de uiterwaarden waren overstroomd.

Steek vervolgens de verkeersweg over en sla aan de overzijde op het fietspad rechtsaf. Dit fietspad volgt de dijk onderlangs, en komt bij knooppunt 02 weer uit op de weg. Vanaf knooppunt 02 kun je een uitstapje maken naar de gemalen bij Gewande. Volg daartoe de weg onderlangs de dijk, Paaldersweg, richting knooppunt 10. De weg buigt naar links en loopt langs een café, de Wildse Hut.

Zeker sinds de 16e eeuw waren de overlaten in het Land van Cuijk van 15 maart tot 15 november gesloten. Weliswaar provisorisch: met rietmatten en zandzakken. Daardoor kon tijdens het groeiseizoen tussen Grave en Den Bosch het vee de wei in. Boeren en polderwerkers die overdag in het gebied aan het werk waren, konden voor hun natje en droogje terecht in de hutten. De Wildse Hut stond bij de Leeuwkesgraaf, net buiten het gehucht ’t Wild, en oorspronkelijk alleen tussen 15 maart en 15 november. Ze werd op den duur een gewoon café. Sinds 1952 zijn de horeca-activiteiten verplaatst naar een nieuw pand met dezelfde naam, vlakbij de dijk. Maar de oudere permanente “Hut” staat nog steeds op de oorspronkelijke plek.

Even voorbij de Wildse hut komt de Paaldersweg uit op de Wildseweg. Sla hier rechtsaf en kruis direct de drukke N625; aan de overkant, op de ventweg langs de N625, sla je linksaf, Nieuwe Provincialeweg. Deze eindigt in een T-kruising; hier rechtsaf, Zandenweg. Je volgt de richting naar knooppunt 95. Je komt met een bocht naar links op de dijk, Krommenhoek. De dijk volgend kom je bij de gemalen van Gewande (het eigenlijke plaatsje ligt nog iets verderop).

Al sinds het begin van de 14e eeuw is Gewande het belangrijkste afwateringspunt voor het gebied tussen Den Bosch en Ravenstein. Hier mondde de omstreeks 1305 gegraven Hertogswetering uit in de Maas, via de Blauwe Sluis. Voor de afwatering van het lagere gebied dichterbij Den Bosch zorgde de Roode Wetering, met de Roode Sluis. In de 16e eeuw verbeterde de afwatering bij Gewande door de plaatsing van een windwatermolen. Later kwam er ook zo’n molen bij ’t Wild. Vanaf midden 19e eeuw werd stoomkracht ingezet: het stoomgemaal aan de Roode Wetering, dat in 1933-’34 werd vervangen door het dieselgemaal Caners, nu Museumgemaal Caners van Waterschap Aa en Maas. Bij de uitmonding van de Hertogswetering functioneerde vanaf 1941 het Hertogsgemaal en bij Hoefgraaf en Nieuwe Vliet sinds 1953 Gemaal Ploegmakers. Vanaf 1979 werden alle genoemde dieselinstallaties vervangen door het elektrische Gemaal Gewande, dat tot op heden het overtollig water op twee niveaus uitslaat op de Maas.

Deze plaats, waar meerdere weteringen uitkomen op de rivier, was vanouds van strategisch belang. De eerste schans werd hier gebouwd in 1583; deze raakte na de Tachtigjarige Oorlog in verval. In 1852 werd hier het Fort Blauwesluis gebouwd, dat in 1886 weer werd opgeheven en rond 1925 is afgebroken. Op de plaats van het fort kunt u nu een kijkje nemen vanaf de Dijkpier: dit uitzichtplatform, een ontwerp van kunstenares Chen Mao, ligt bij laag water 5 meter boven de uiterwaard, maar bij hoog water stroomt de Maas er onderdoor.

Volg de dijk terug richting knooppunt 10. Bij de splitsing waar de afgesplitste weg nog 100 meter doorloopt langs de dijk houd je rechts aan, Zandenweg. Voor de Provinciale weg linksaf, de ventweg; steek bij de kruising de drukke weg over, bij knooppunt 10 linksaf en langs de Wildse hut en de weg langs de dijk keer je terug naar knooppunt 02.

Vanaf knooppunt 02 vervolg je de route langs de weg die schuin van de dijk wegloopt, Burgemeester Smitsweg. Neem de eerste weg links, Gortenweg; houd op de splitsing rechts aan. Vervolgens op de kruising linksaf, Marenseweg; op de volgende kruising rechts, Koeltjesweg. Aan het eind rechtsaf en direct links, Vorstweg. Op de T-kruising aan het eind rechtsaf, Kesselseweg.

Aan je rechterhand en drinkwaterlocatie van Brabant Water. Sinds enige jaren wordt het water hier met een speciale installatie onthard.

Neem de eerste weg links, Middelweg; aan het eind, bij knooppunt 03, rechtsaf, Hertog Janstraat. Je komt uit op de drukke Gewandeweg, waar je linksaf gaat. Aan je rechterhand zie je een rechthoekig bos liggen. Dit is de Lithse Kooi, een eendenkooi van 88 hectare, beheerd door Staatsbosbeheer. In dit poldergebied lagen vroeger talrijke eendenkooien, met name in het deel wat je hiervoor hebt doorkruist. Behalve deze zijn daarvan de Marense en de Kesselse kooi nog over.

Vervolg de Gewandeweg langs knooppunt 12. Neem voorbij knooppunt 12 de eerste weg links, Palkenhoefstraat. Je verlaat hier de knooppuntroute. De Palkenhoefstraat maakt een bocht naar rechts en een bocht naar links, sla op de daaropvolgende kruising rechtsaf, Lutterstraat. Deze kruist met een bruggetje de Hertogswetering.

Dit afwateringskanaal is in de 14e eeuw aangelegd in het traject van de Beersche Maas en loopt van Grave tot bij Gewande (de hertog zou dan Jan II van Brabant moeten zijn geweest). Het is een combinatie van gegraven gedeeltes (de eigenlijke weteringen) en restanten van de oude Maasbedding. In de 19e eeuw was de Teeffelse Wetering overigens prominenter.

Neem na het bruggetje de tweede weg links, Mikkeldonkweg. Deze kruist de drukke Kennedybaan en loopt langs de rand van Oss (achtereenvolgens Frankenbeemdweg en Spitsbergerweg). Je passeert aan je rechterhand een sportveld; steek over en neem aan de overkant het fietspad linksaf langs de Macharenseweg. Je bent hier weer terug op de knooppuntroute. Waar links en rechts het bos begint sla je linksaf langs de slagboom, de halfverharde weg tussen knotwilgen: de Meerdijk. 

Evenals de Groenendijk bij Haren was dit fiets- en wandelpad tot de sluiting van de Beersche Overlaat een dwarsdijk: de Ossermeerkade. Het water langs dit pad is de Ossermeer, lang geleden een nevengeul van de Maas. Oudere Ossenaren kennen deze plek goed, want van 1934 tot de jaren ’60 was hier het gemeentelijk zwembad.

Aan het eind van de Meerdijk kom je weer langs een slagboom; sla hier rechtsaf, Oijenseweg. In de bocht bij het bruggetje over de Hertogswetering staat de Oijense hut; evenals de Wildse hut een ‘seizoensonderneming’.  Deze hutten waren dan ook “prefab”, met wanden van zwart-geteerde planken. De hutner woonde er met zijn gezin en wat kleinvee; in november laadden ze de hele boel op en ’s winters verbleven ze in een dorp in de buurt. De Oijense Hut werd later een gewoon café; nu staat hier alleen een woonhuis.

Sla op het kruispunt (knooppunt 72) rechtsaf, Langelsestraat. De weg voert door het langgerechte Waterleidingbos, waar Brabant Water drinkwater wint. Houd op de splitsing links aan, Vervolg je weg rechtdoor na het kruisen van de drukke verkeersweg, Kasteelstraat.  Sla aangekomen op de dijk, bij knooppunt 13, linksaf, Oijense Bovendijk. Aan je rechterhand passeer je het Kasteel van Oijen.

Maria van Brabant (1325-1399), dochter van hertog Jan III, gaf opdracht tot de bouw van het kasteel van Oijen, dat vanaf 1361 diende als voorpost tegen Gelre. Niettemin kwam het in 1399 in handen van Gelre. Begin 16e eeuw sloopten Bosschenaren de hele burcht, op bevel van de Habsburgers, die hier toen de baas waren. Van 1594 tot 1837 stond er een nieuw kasteel waarvan nu alleen nog de beide neerhuizen van 1825 overeind staan.

Blijf de dijk volgen voorbij knooppunt 09 en naar knooppunt 04. Op de hoek bij de driesprong met het H. Hartbeeld zie je Polderhuis Oijen. Omstreeks 1850 beschikte de gemeente Oijen en Teeffelen niet over een raadhuis en ook de Polder van Oijen had geen eigen ‘home’. Vandaar dat ze – heel efficiënt! – in 1853-’54 samen het Polderhuis Oijen lieten bouwen. De naam zegt het al: de polder betaalde ⅔ van de bouwkosten en de gemeente ⅓. In de oostelijke zijgevel is een gedenksteen ingemetseld met – nauwelijks leesbaar – de namen van de Oijense polderbestuurders. In de voorgevel zien we een peilsteen van Rijkswaterstaat met bij de streep de hoogte volgens Amsterdams Peil.

Vervolg de dijk verder, langs het veer, Oijense Benedendijk. Geleidelijk buigt hij af naar het zuiden; aan je rechterkant zie je uitkijktoren ‘De Oijense Wachter’. Vanaf deze uitkijktoren heb je een prachtig gezicht op de Hemelrijkse Waard. Deze is sinds 2017 ingericht als nieuw natuurgebied (225 ha) in het kader van “Ruimte voor de rivier”. Dit project van Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten koppelt natuurontwikkeling aan veiligheid: het idee achter dit overstromingsgebied, dat  bij hoge rivierstand het peil met tot 7 cm kan verlagen, verschilt dus niet veel van indertijd de Beerse Overlaat. Het gebied is inmiddels ontdekt door watervogels, door reeën en bevers, en zelfs door dassen, en in de nieuw gegraven geulen vinden vissen een paaiplaats. In het voorjaar is het gebied een bloemenzee. Je mag hier naar hartelust struinen (maar: vanwege de wilde dieren en ook de runderen die het gebied begrazen: de hond moet aan de lijn!)

Verderop, sinds 1975, de installaties van de Afvalwaterzuivering. Nog iets verder, onopvallend in de linkerberm, een oude grenspaal. Precies waar deze dijkpaal staat, lag in de 19e eeuw de grens tussen de waterschappen Het Hoog Hemaal en de Polder van Oijen. Bovendien brak hier in januari 1880 de dijk over een lengte van 500 meter door, zodat de wijde omgeving van Den Bosch onderliep. De paal is zeker daarna geplaatst, met het jaartal 1880 erop.

Even verder langs de dijk, bij knooppunt 07, staat een kunstwerk van Jan de Vries uit Lithoijen: “Water, onze onstuimige vriend”. Hier wordt het water uit de polder geloosd door de Teeffelse sluis; de Teeffelse wetering staat in verbinding met de Hertogswetering.

Blijf de dijk volgen; sla bij de jachthaven linksaf, Osseweg, en steek de drukke verkeersweg over naar knooppunt 06. Bij dit kruispunt lag vroeger een militair verdedigingswerk.

Na de Belgische Opstand in 1830 en de door Nederland verloren Tiendaagse Veldtocht in 1831 vreesde men een Belgische inval in Zuid-Nederland. Overal in Noord-Brabant werden militairen ingekwartierd en her en der aarden verdedigingswerken opgeworpen. De Batterijstraat bij Lithoijen is genoemd naar zo’n verdedigingswerk, dat ook wel Fort Luttereinde werd genoemd en dat dateerde van 1833. Het lag op het punt waar de oude weg van Oss naar Lithoijen de Maasdijk bereikte, vlakbij de huidige jachthaven. Alleen de verhoging in het terrein is nog zichtbaar. Ten westen van de Batterij lag aan de Tiendweg een tweetal lunetten, bedoeld als voorposten. Ook hiervan is geen spoor meer over.

Ga bij knooppunt 06 rechtsaf, Batterijstraat. Volg de deze straat (richting knooppunt 33) tot waar hij, bij een lang smal grasveld, samenkomt bij de afrit van de dijk. Sla hier rechtsaf en direct linksaf, Molenweg. Neem niet het eerste smalle straatje rechts maar de tweede weg rechts, Dorpsstraat. Aan je rechterhand passeer je het oude raadhuis van Lithoijen. Sla op de viersprong linksaf, Langwijkstraat; op de splitsing, met Mariabeeldje, rechtsaf, Molenweg.

De Molenweg maakt een bocht naar links; neem de eerstvolgende straat rechtsaf, Sluisweg (je verlaat hier de knooppuntroute). Net voor je de dijk bereikt zie je links de plaats van het oude kerkje, dat in 1843 werd gesloopt. Inmiddels zijn de contouren weer zichtbaar gemaakt. Steek de drukke dijkweg over en volg aan de overkant het fietspad naar de sluis.

Het stuw- en sluiscomplex bij Lith kwam tussen 1932 en 1936 gereed in het kader van de normalisatie en kanalisatie van de Maas. Deze grillige regenrivier werd dankzij de bochtafsnijdingen en de stuwen beter beheers- en bevaarbaar. Tussen Zuid-Limburg en ’s-Hertogenbosch verrezen in de Maas in totaal zeven stuwen met schutsluizen. In 2002 kwam er een veel grotere sluis bij en kreeg het hele complex de naam “Prinses Máximasluizen”. Stroomafwaarts van de stuw van Lith is de werking van eb en vloed merkbaar.

Volg het fietspad langs de rivier; je komt uit op de Veerweg. Sla hier rechtsaf; neem in de bocht naar het eigenlijke veer het fietspad naar links. Tussen de huizen door kom je op de Lithsedijk. Sla linksaf; even verderop zie je links het pleintje met het standbeeld van de legendarische snoek uit het Kapelse Wiel, dat je eerder passeerde.

Op dit punt sla je rechtsaf, Marktplein; je komt uit in de bocht van de drukke N625, die je rechtdoor volgt tot je even verderop uitkomt bij het plein met monumentale pomp en muziektent, waarachter de kerk, het vertrekpunt van deze route.

Horeca onderweg: In Lith, rond de Markt, vele gelegenheden; de Wildse Hut is na eeuwen zijn métier trouw gebleven. Ook rond de gemalen van Gewande is horecagelegenheid te vinden. Als je bij knooppunt 13 de dijk bereikt vind je 100 meter rechtsaf Bierbrouwerij Oijen. Zowel net voor Oijen als in Lithoijen een bakkerij. Openingstijden kunnen variëren.

Achtergrondinformatie De Beersche Maas: Dat een rivier nuttig kan zijn, bijvoorbeeld als verkeersweg, als verdedigingslinie, of simpelweg als watervoorziening, is duidelijk. In dit opzicht is de Maas dus een vriend. Maar bij hoge waterstand, die vooral in de winter optreedt, kon vroeger de sterk meanderende Maas het water niet snel genoeg afvoeren – dan dreigde overstroming en kon de rivier in een vijand veranderen. Daarom werden rivierdijken opgeworpen – omstreeks 1300 was de Maas tot Grave bedijkt. Maar dan nog bleek de kracht van het water soms te groot. Daarom werden overlaten aangelegd: een stuk dijk werd bewust lager gehouden; bij hoogwater overstroomde dan een van tevoren bekende overloopzone op een min of meer gecontroleerde manier, waardoor de rest van de streek (om niet te spreken van Gelderland en Holland) droge voeten zou houden. De bekendste overlaat was die bij Beers (tussen Cuijk en Grave), die deels gebruik maakte van een oude Maasbedding; als de overlaat in werking trad stroomde het water langs Grave en Herpen (beschermd door de Erfdijk), en vervolgens door de polders noordelijk van Oss om tenslotte ter hoogte van ’s-Hertogenbosch weer in de Maas te komen. Uiteraard werd het overstromingsgebied (buiten een dorp als Teeffelen, dat iets hoger ligt en later ook zijn eigen dijkje kreeg) vrijgehouden van permanente bebouwing; ook waren er dwarsdijken (zoals de Groenendijk en de Meerdijk) die bedoeld waren om bij beperkte wateroverlast een deel van het gebied droog te houden Het gebied dat zou overstromen kon slechts als weiland worden gebruikt, maar profiteerde wel van de afzetting van vruchtbaar slib. Pas na de kanalisaties van de jaren dertig is de afvoercapaciteit van de Maas dusdanig toegenomen dat de Beersche overlaat (in 1942) kon worden opgeheven.

Eindpunt: Antoon Coolenplein
5397 EX Lith